Hoe is Haarlem ontstaan?

Gepubliceerd op: 23 november 2020 14:51

Haarlem onstaan

In 1245 kreeg Haarlem officieel stadsrechten en mocht zichzelf dan ook een stad noemen. Natuurlijk bestond Haarlem al veel eerder. Hoe is deze stad ontstaan?

Voor 1245

Een groot deel van het westen van Nederland ligt onder de zeespiegel. Op de plek waar later Haarlem zou ontstaan, was echter een zandplaat, die ongeveer 5000 jaar geleden is gevormd door de zeestroming. Rondom de zandplaat bevond zich moeras, de zandplaat was de enige hoge en veilige doorgangsroute. Lange tijd was het zelfs de enige manier om het noorden en zuiden van Holland met elkaar te verbinden. In de Romeinse tijd liep hier waarschijnlijk een oude heirweg, een legerweg, richting Velsen. In Velsen lag namelijk een Romeins fort. Haarlem werd gevormd als nederzetting langs deze weg, aan het Spaarne.
Deze oude weg loopt via de Wagenweg, het Houtplein, de Grote Houtstraat, de Gierstraat, de Koningstraat, kruist dan de Grote Markt, gaat verder als de Barteljorisstraat en de Kruisstraat en door tot aan Egmond. Later kwam er een tweede duinweg, die door Aerdenhout en Bloemendaal liep. De stad ontstond als geestnederzetting aan het Spaarne en de eerste vermeldingen dateren uit de tiende eeuw.

Een geestnederzetting: het bos op de strandwal werd opengekapt of platgebrand, waarna het gebied kon worden bewoond. Het begrip geest of geestgronden verwijst naar de grondsoort tussen de strandwallen; een mengsel van veen, door overstromingen afgezette zeeklei en vanaf de strandwallen verstoven zand. De bekendste geestnederzettingen zijn Haarlem en Heiloo.

De naam 'Haarlem' is veel ouder dan de eerste schriftelijke vermelding uit 918. De echte betekenis van de stad is dan ook verloren gegaan. Dit komt met name doordat in het vroeg- en Middelnederlands het woord ‘haar’ heel veel verschillende betekenissen had. Daardoor kun je niet goed kunt bepalen wat ‘lem’ betekent.
In de tiende eeuw is er een houten Mariakerk gebouwd op de Grote Markt en een grote stenen woning van de graaf van Holland. Rondom deze plek heeft Haarlem zich uitgebreid. Op deze tekening kun je de Grote Markt goed zien. Het houten kerkje behoorde tot de parochie van Velsen en is in de veertiende eeuw bijna helemaal afgebrand. Het stond op de plaats waar nu de Grote of Sint-Bavokerk staat.

Stadsrechten

Op 23 november 1245 kreeg Haarlem stadsrechten van graaf Willem II van Holland. Vanaf dat moment mocht Haarlem zichzelf een 'stad' noemen. In het stadsrechtendocument staan alle rechten van de stad, zoals een eigen bestuur, eigen wetten, het recht om tol te heffen en het recht om stadswallen en stadsmuren te bouwen. In ruil hiervoor moest de stad belasting betalen aan de graaf.

Bijzonder is dat het stadsrecht van Haarlem uit twee delen bestaat, een groot charter (oorkonde) en een klein charter.  Aan beide delen hangt het jachtzegel van de graaf van Holland. Waarom het stadsrecht uit twee delen bestaat is niet helemaal zeker, waarschijnlijk om een heel praktische reden: het lukte de schrijver simpelweg niet om alle tekst op één stuk perkament te zetten.
Zoals in die tijd gebruikelijk was, werd het stuk in het Latijn geschreven, de officiële ambtenarentaal uit de Middeleeuwen. Om het stadsrecht dagelijks te gebruiken, werd er een Nederlandse vertaling gemaakt. Deze is opgenomen in het zogenaamde 'ruige boek'. Dit was een boek met perkamenten omslag, met daarop nog dierenhaar.

Verder duiken in de geschiedenis van Haarlem? Of tot in de puntjes weten hoe Haarlem ontstaan is? Lees dan één van onderstaande boeken eens.