Coster: geweldige uitvinder of mythe?

Gepubliceerd op: 11 augustus 2021 17:29

Laurens Janszoon Coster

In Haarlem zie je op verschillende plekken een standbeeld van Laurens Janszoon Coster staan. Onder andere op de Grote Markt, net voor de kerk. Maar wie was dat nou eigenlijk?

Vroeger werd beweerd dat hij de uitvinder van de boekdrukkunst zou zijn. Maar hoe komen we hier eigenlijk bij? En heeft Laurens Janszoon Coster daadwerkelijk bestaan?

Boekdrukkunst in Haarlem

Hoe komen wij erbij dat de boekdrukkunst in Haarlem zou zijn uitgevonden? Hiervoor gaan we een stuk terug in de tijd. In de Keulse Kroniek uit 1499 wordt melding gemaakt dat er al voorbeelden waren van drukwerk uit de Nederlanden, nog vóórdat er gedrukt werd in Mainz.

De vermelding in de Keulse Kroniek gaat over donaten. Donaten waren Latijnse grammaticaboekjes die in de middeleeuwen werden gebruikt in het onderwijs. Van deze donaten zijn vaak alleen nog maar enkele fragmenten over. Deze donaatfragmenten werden gebruikt ter versteviging van de boekbanden van boekwerken uit de tweede helft van de 15e eeuw, waardoor de conclusie werd getrokken dat de donaatfragmenten nóg eerder moesten zijn gedrukt.

Costerlegende in de maak

Toen kwam Gerrit Thomas in 1559 om de hoek kijken. Hij woonde op de Grote Markt in Haarlem en ging aan de slag met zijn stamboomonderzoek. Hij wilde graag weten wie zijn voorvaderen waren en stuitte tijdens het onderzoek twee keer op ‘Laurens Janszoon’. Waarschijnlijk heeft hij de twee Laurens Janszonen die in zijn onderzoek naar voren kwamen bij elkaar gevoegd als één persoon. Gerrit Thomas had namelijk een horecazaak op de Grote Markt en wilde graag dat deze zaak wat meer allure kreeg. En hoe leuk is het om een voorvader te hebben die de boekdrukkunst heeft uitgevonden?

Een jaar later, in 1560, wordt er een boekdrukkerij op de Grote Markt geopend door Jan van Zuren en Dirck Volckertszoon Coornhert. In een voorwoord van Coornhert zijn eerste druk geeft hij aan: via een betrouwbare bron heb ik vernomen dat de boekdrukkunst is uitgevonden in Haarlem.

Keulse kronieken

Keulse Kroniek (1499)

Het verhaal

Rond diezelfde periode werd er in Duitsland gemeld dat Johannes Gutenberg uit Mainz de boekdrukkunst zou hebben uitgevonden. Hoe kwam Coornhert dan aan zijn bewering dat de boekdrukkunst een Haarlemse uitvinding was? Door zijn vriend en geschiedschrijver, Hadrianus Junius, werd zijn bewering gestaafd. En Junius had een bron!’ Deze bron zou de oude boekbinder zijn geweest die nog in dienst was geweest bij Coster. Het volgende verhaal werd gevormd: ‘Coster had een knecht en die knecht heette Faust. Hij zou het idee van de boekdrukkunst van Coster hebben gestolen en mee hebben genomen naar Mainz. En zo konden ze in Mainz verder borduren op de boekdrukkunst. Maar de oorsprong lag écht in Haarlem.’ Door dit verhaal kunnen we een eerste 'Costergroep' onderscheiden in de 16e eeuw. Dit kwam mooi uit, want het stadsbestuur wilde Haarlem meer allure geven. En wat heb je dan nodig? Een mooi verhaal of een BN’er natuurlijk. Het begin van de legende was gestart.

Diverse aanhangers

Door de jaren heen ontstonden er meerdere aanhangers, die vaak door middel van Coster de stad Haarlem weer op de kaart wilden zetten. In de 17e eeuw zorgden onder andere Samuel Ampzing en Petrus Scriverius ervoor dat Coster weer om de hoek kwam kijken. Een Haarlemse held! En natuurlijk was deze legende waar, er was immers een stamboomonderzoek én een bron: de oude boekbinder. De Haarlemse boekdrukker Adriaan Rooman kon zich daar in 1630 ook in vinden. Maar hij ging nog een stap verder, want hoe zag deze man er dan uit? Er verschenen meerdere afbeeldingen van Coster in de boeken van Adriaan Rooman. Echt onderzoek naar de bewijzen werd er niet gedaan. En als het bewijs er niet was, dan werd het wel gemaakt.

Johannes I Enschedé

We belanden in de 18e eeuw waar Johannes I. Enschedé veel interesse had in het oude drukwerk, dus ook in de Costerlegende. In 1740 had hij een psalmboek uit 1498 gekocht. Daarin zaten schutbladen die als versteviging in de boekband zaten met fragmenten van donaten. Enschedé trekt automatisch de conclusie: dit is al een oud psalmboek, maar er zit nóg ouder drukwerk in, dat moet wel van Laurens Janszoon Coster zijn. Enthousiast als hij was, ging hij verder op onderzoek uit en vond nog meer donaatfragmenten. Al deze werken waren anoniem, waardoor hij kon aangeven dat het door Coster gedrukt was.

Donaat fragment

Donaatfragment

Costercriticus

Eind 19e eeuw deed Jacobus Koning veel onderzoek naar Laurens Janszoon Coster. Ook hij zei dat de boekdrukkunst écht in Haarlem én in 1423 was uitgevonden. In diezelfde tijd stond er ook een Costercriticus op: Antonius van der Linde. Veel van wat Jacobus Koning had gevonden over Coster, haalde hij onderuit. Eerder werd er al openlijk kritiek geuit op de Costerlegende, maar dit gebeurde met name in het buitenland. Van der Linde was de eerste in Nederland die openlijk kritiek uitte.

Kortom: veel vraagtekens dus. Heeft Laurens Janszoon Coster de boekdrukkunst nu wel of niet uitgevonden? Bestond de man echt of is hij bedacht? Misschien zullen we het wel nooit helemaal zeker weten.

Interessante feiten:

  • Toen Nederland een koninkrijk werd in de 19e eeuw werd Laurens Janszoon Coster nogmaals op de kaart gezet, omdat het goede PR zou zijn.
  • Er gaat een verhaal dat Laurens Janszoon Coster in 1423 zijn uitvinding deed in de Haarlemmerhout door letters te snijden van het hout uit het bos. Maar in die tijd waren alle bomen gekapt in de Haarlemmerhout!
  • Het standbeeld op de Grote Markt van Laurens Janszoon Coster is in 1856 neergezet omdat in Mainz een standbeeld van Gutenberg was geplaatst. 
  • De drukwerken die in verband werden gebracht met Laurens Janszoon Coster worden ook wel Costeriana genoemd. Momenteel worden ze bewaard in het Noord-Hollands Archief.