Slimme tips voor je profielwerkstuk

Hoe maak je een goed profielwerkstuk? We zetten de tips en tricks voor het maken van een profielwerkstuk voor je op een rijtje.

Als je eenmaal je onderwerp hebt gekozen voor je profielwerkstuk, is het tijd om informatie te vergaren over je onderwerp. Hoe ga je beginnen? Hoe zorg je ervoor dat je niet verdrinkt in een overload aan informatie? Met de de Big Six stappen houd je het overzicht en ga je gestuctureerd aan de slag. 

Stap 1: Wat is je Zoekvraag

  • Formuleer je hoofdvraag. Wat wil je weten? Je onderzoek moet antwoord geven op deze vraag. 
    Je hoofdvraag mag niet te algemeen zijn en moet duidelijk afgebakend zijn. Dat wil zeggen maar op één manier uit te leggen.
  • Bedenk deelvragen om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag. Dat maakt het meer behapbaar.
  • Maak een uitgebreide lijst met zoekwoorden in het Nederlands en in het Engels. Hier kan je gemakkelijk synoniemen vinden. 

Stap 2: Zoekstrategie

Begin breed en algemeen en spits later toe. Bedenk welke bronnen je gaat gebruiken.
Begin met encyclopedieën en woordenboeken om basisinformatie op te zoeken. Je weet snel meer over je onderwerp. En die zijn super handig om deelvragen en goede zoekwoorden en synoniemen te vinden.
Bronnen als catalogi en databanken kunnen je verder leiden naar boeken, websites, tijdschriftartikelen en meer. Hier vind je meer informatie over verschillende bronnen en zoeken in bronnen
Bekijk al je bronnen op literatuurverwijzingen en ga deze ook na. 

Stap 3: Locatie en toegang tot informatie

  • Zoek alle bronnen op, zowel fysiek als online. Onthoud dat je nog in de oriëntatiefase bent! 
    Bekijk de bronnen als encyclopedieën, catalogi, naslagwerken (gespecialiseerde ) woordenboeken of leerboeken om je eerst breed te verdiepen in je onderwerp. Ga op zoek naar literatuurverwijzingen in de bronnen en zoek deze informatie ook op volgens de sneeuwbalmethode.
  • Bekijk de databanken die aansluiten op jouw onderwerp. Start met de lijst van de Bibliotheek. Kijk ook bij musea, wetenschappelijke instellingen, onderwijsinstituten en archieven of zij gespecialiseerde databanken hebben.
  • Zoek online met je zoekwoorden met zoekmachines als Google (dat doe je natuurlijk al) maar probeer ook andere zoekmachines als Yahoo!Bing, DuckDuckGo en StartPage. Zo voorkom je dat je in de informatiebubbel van Google terecht komt. 

Stap 4: Gebruik de informatie

Haal de informatie uit de bronnen. Bestudeer je gevonden informatie en antwoorden. Gedrukte informatie is over het algemeen betrouwbaarder dan online gevonden informatie. Ga echter altijd zorgvuldig te werk. 
Gebruik de volgende checklist voor de gevonden informatie: 

  • Is het eerste zoekresultaat inderdaad het beste? Neem niet te snel genoegen met de gevonden informatie. 
  • Gebruik àltijd de literatuurverwijzingen.
  • Wie is de schrijver, uitgeverij? Zoek een bespreking. 
  • Één bron is geen bron. Pas bij drie aan elkaar gerelateerde bronnen heb je zekerheid dat de informatie klopt.
  • Is de website betrouwbaar? Wie is de oprichter van de website? Kijk naar de ‘about us’ pagina of bekijk het colofon.
  • Is de informatie actueel? Om dit te checken kun je de laatste uploaddatum van een artikel controleren of het jaar van uitgave van het boek.
  • Wordt de maker of de informatie regelmatig geciteerd? 
  • Let op de bronvermelding bij de gevonden informatie, online én offline!
  • Zoek bij geciteerde of opnieuw gebruikte informatie altijd terug naar de oorspronkelijke bron. 

Stap 5: Verwerken van de informatie

  • Organiseer de informatie. Zorg dat je alles zelf snapt en goed begrijpt. 
  • Bepaal de volgorde van het verhaal dat je wilt vertellen.
  • Zorg voor een logische opbouw; een inleiding - je gevonden informatie - je eigen conclusies
  • Kies op welke manier je de informatie wilt presenteren.
  • Gebruik je eigen woorden. 
  • Let op de auteursrechten van teksten en afbeeldingen. Hier lees je meer over auteursrecht en beeldrecht.

Stap 6: Evalueren: beoordeel je product en het proces

Zijn je vragen beantwoord? Zijn de antwoorden juist? Heb je in meerdere bronnen dezelfde informatie gevonden? Hoe ziet je werkstuk of presentatie er uit? Goed verzorgd, met paginanummers, inhoudsopgave en bronvermelding? Is het prettig leesbaar? Gebruik hoofdstukindelingen, kopjes en duidelijke alinea's.
En hoeveel tijd heb je er in gestopt? Waar ben je tegenaan gelopen, wat viel mee en wat viel tegen? Wat heb je ervan geleerd?

Meer tips voor jouw profielwerkstuk