Rebellen in kinderboeken

Gepubliceerd op: 4 maart 2020 10:35

rebel kind

In kinderboeken zie je vaak dat hoofdpersonen rebels en dwars zijn. Neem bijvoorbeeld Madelief van Guus Kuijer of Matilda van Roald Dahl. Maar hoe komt dat?

We praten erover met kinderboekenschrijfster Sanne Rooseboom en Diede Hessels, leerkracht van groep 4.

Prinses met een rothumeur

Sanne Rooseboom schreef onder meer Jippie! Een humeurig sprookje. “Prinses Super is het enige meisje met een rothumeur in een land waar iedereen vrolijk is. Ze zet zich af tegen volwassenen en ze vindt alles maar stom. En waarom snapt niemand dat het niet altijd goed kan gaan? Ze is behoorlijk dwars dus”, vertelt Rooseboom. “Die humeurigheid en dwarsheid zorgt vaak voor herkenning bij kinderen. Ik heb overigens niet van tevoren bedacht: nu ga ik eens een lekker dwars hoofdpersonage bedenken. Maar ik denk wél dat hoofdpersonen in boeken überhaupt wat dwarser zijn, want het brengt het verhaal op gang. Als Prinses Super een optimistisch meisje was geweest, dan zou het een heel ander verhaal zijn. Veel saaier, wat mij betreft.”

Rebelse figuren

Juf Diede beaamt dit: “Ik vind het altijd heel leuk als er dwarse en rebelse karakters in kinderboeken zitten. En kinderen ook! Die karakters zeggen dingen die ze zelf nooit zouden zeggen. Of ze doen iets stiekems, dat ze zelf nooit zouden durven. Rebelse figuren moeten gewoon in een verhaal zitten, anders wordt het maar saai. En zo leren ze ook om zich in te leven in andere karakters. Het is trouwens heel grappig om te zien dat kinderen na het voorlezen de rebelse grapjes uit het boek zelf in de praktijk brengen.”

Nina uit Het Ministerie van Oplossingen, de andere serie van Rooseboom, wil op avontuur om problemen op te lossen, terwijl ze eigenlijk naar school moet. “Nina is niet zo typisch rebels als Prinses Super, maar ze is wel overenthousiast. En haar enthousiasme zorgt ervoor dat ze het avontuur instapt.”

Rolmodellen in kinderboeken


“Ik ben eigenlijk niet heel bewust bezig om een bepaald rolmodel weg te zetten in een verhaal”, vertelt Rooseboom. “Als ik na zou denken over wat een hoofdpersoon moet overdragen en wat goed is voor kinderen, zou het berekenend zijn. Als schrijver vertel je een verhaal en introduceer je een hoofdpersoon die je zelf leuk moet vinden, want je moet misschien wel meerdere boeken erover schrijven.”

“Of ik zelf rebels en dwars ben? Dat zou ik van mezelf niet per se durven zeggen, maar een vriendin zei onlangs nog dat als iedereen zomerjurken draagt, ik een lange zwarte jas pak. En als iedereen een boek geweldig vindt, lees ik het bewust niet totdat de hype is weggezakt. Misschien ben ik dus toch wel dwars”, lacht Sanne. “En een stukje van die dwarsheid verwerk ik onbewust toch weer in mijn karakters.”